Kunstcollectie

Frederik Jacobus Buijtendijk (1813 – 1892)

F.J. Buijtendijk, woonde waar­schijnlijk zijn hele leven in Kampen. Hij had zijn zaak in de Buiten Nieuwstraat en werkte als tekenleraar op de stadstekenschool als opvolger van assistent-leraar J.G. Gaal, een functie waar hij zich vrijwillig voor aan­meldde.

Als rentenier woonde hij later achter de zaak aan de Burgwal. Het was hem waarschijnlijk goed gegaan, want hij kon ook beschikken over een tuin en tuinhuisje in IJsselmuiden. In 1841 wordt er in Kampen een kleine tentoonstelling gehouden waarop hij vertegenwoordigd is. Het jaar daarna exposeert hij in Deventer. H.J. Moerman vermeldt in zijn overzicht van Overijsselse schilders dat van hem een aardig wintergezicht op de IJssel bij de Koornmarktspoort bekend is dat zich in particulier bezit bevindt in Den Haag. Ongetwijfeld het schilderij dat aan het Frans Walkate Archief is geschonken.

Het tot nu toe getraceerde oeuvre van Buijtendijk is weinig omvangrijk.

Pieter Scheen vermeldt een werk met als onderwerp ingekwartierde mili­tairen die een order tot vertrek ontvangen (te zien op de tentoonstelling in Deventer van 1842). Nazaten van Buijtendijk bezitten een aantal schilderij­en, waaronder portretten en landschappen, waarvan sommige zijn gesig­neerd en andere worden toegeschreven aan de schilder. In de collectie van het Stedelijk Museum in Kampen bevindt zich een viertal werken (gesig­neerd: Buytendijk): drie stillevens en een gezicht op het stadspark. Dat laat­ste is voor een vergelijking met het IJsselgezicht het meest interessant. Het is rond dezelfde tijd geschilderd en verbeeldt eveneens een landschap met figuren. Ook hier is de achtergrond houterig geschilderd, met lange rijen vreugdeloos groeiende bomen, en zijn de figuren die het stofferen veel vaardiger en gedetailleerder weergegeven. Stilistisch daarmee vergelijkbaar is een ‘Gezicht op Bolwerk, gracht en singel van Kampen’ (omstreeks 1845) uit de familiecollectie. Die liefde en aandacht voor details spreekt ook uit de stillevens. Zonder Buijtendijk onrecht te doen kan worden gezegd dat hier een kunstenaar werkzaam is die zich als docent op de stadsteken- school vooral had bekwaamd in het tekenen – een hoofdbestanddeel van het kunstonderwijs uit die tijd – en die zich daardoor wat onwennig op het gebied van de schilderkunst begeeft en het penseel min of meer hanteert als potlood.