Kosters stijl varieert in de loop van de jaren, ze schilderde onder meer neo-impressionistisch en maakte ook pointillistisch werk. Van 1910 tot 1924 woonde ze in Hattem, waarna ze telkens korte periodes woonde in Italië, Zwitserland en Nederland, tot ze in 1934 in Den Haag ging wonen. Naast de verkoop van vrij werk verdiende ze geld met reisverslagen voor kranten en portretten in opdracht. Ze maakte ook naaldkunstwerken, ex librissen, illustraties en kamerschermen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Statenkwartier waar ze woonde geëvacueerd en trok ze naar Zaltbommel.
Koster was aangesloten bij Arti et Amicitiae, Pulchri Studio, Vereeniging Sint Lucas en de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars 'De Rotterdammers'. Ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag werd haar werk geëxposeerd in Den Haag, Dordrecht en Amersfoort. Haar werk is onder meer opgenomen in de collecties van het Rijksmuseum Amsterdam, het Kröller-Müller Museum en het Voerman Museum Hattem. De kunstenares overleed op 17 januari 1944, op 75-jarige leeftijd, toen ze bij een vriendin logeerde.